De transitievergoeding

Als u het initiatief neemt om uw werknemer te ontslaan of zijn contract niet te verlengen, dan heeft hij recht op een vergoeding. Deze vergoeding heet de transitievergoeding.

In een vaststellingsovereenkomst kun je met je werkgever in feite elke (financiële) afspraak maken die je wilt. In de praktijk wordt er vrijwel altijd een vergoeding afgesproken die minimaal overeenkomt met de transitievergoeding. Soms wordt een aanzienlijk hogere vergoeding afgesproken. Een werknemer kan de transitievergoeding bijvoorbeeld gebruiken om zich om te scholen of om een eigen bedrijf te beginnen.

Werknemers kunnen sinds 1 januari 2020 direct een transitievergoeding krijgen als het dienstverband op initiatief van de werkgever wordt beëindigd. Voor iedereen geldt een opbouw van een derde maandsalaris per dienstjaar. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het aantal jaren (of een deel daarvan) dat uw werknemer in dienst is geweest.

Voorbeeld

Dus stel: iemand verdiend €2.800,- bruto per maand. De grondslag voor de berekening van de transitievergoeding is dan €2.800,- x 8% vakantietoeslag = €3.024,-. Stel iemand is 6 jaar en 4 maanden in dienst geweest bij de werkgever. De transitievergoeding is dan:

6 x € 3.024,00 x 1/3 = € 6.048,00

4 x € 3.024,00 x 1/3 x 1/12 = € 336,00

0 x € 3.024,00 x 1/3 x 1/365 = € 0,00

Transitievergoeding = € 6.384,00

Bedenk dat over deze vergoeding het tarief bijzondere beloning van toepassing is (zoals bij het vakantiegeld), dus niet de tabel voor de normale loonheffing. Je houd waarschijnlijk iets minder over dan je denkt!!

De vergoeding is vanaf 1 januari 2023 maximaal € 89.000. Behalve als een werknemer meer dan € 89.000 per jaar verdient. Dan is de maximale vergoeding gelijk aan 1 jaarsalaris.

Transitievergoeding bij gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst

Bij gedeeltelijke beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst heeft de werknemer recht op een gedeeltelijke (naar rato) transitievergoeding. De gedeeltelijke beëindiging is noodzakelijk, bijvoorbeeld vanwege bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid. Voorwaarden daarbij zijn:

  • De werknemer verliest minimaal 20% van zijn arbeidsuren
  • Het verlies aan arbeidsuren is naar verwachting blijvend