Per 1 januari 2024 verandert er weer het e.e.a. in het Arbeidsrecht. Onderstaand een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.
Invoering minimumuurloon en indexatie
Per 1 januari is het voor werkgevers verplicht om werknemers per uur minimaal het wettelijk minimuurloon te betalen. Er geldt één minimumuurloon voor alle werknemers van 21 jaar en ouder. Voor werknemers onder 21 jaar gelden minimumjeugdlonen per uur. De hoogte van het minimumuurloon is gebaseerd op het ‘oude’ minimummaandloon bij een voltijd werkweek van 36 uur. Dat betekent dat werknemers met een minimumloon die meer dan 36 uur per week werken erop vooruitgaan. Salarisschalen in cao’s of andere arbeidsvoorwaardenregelingen moeten hierop worden aangepast (voor zover dat niet al is gebeurd).
Het minimumuurloon wordt elk half jaar geïndexeerd. Per 1 januari 2024 is de stijging 3,75%. Het minimumuurloon voor werknemers van 21 jaar en ouder komt dan uit op EUR 13,27 bruto.
Wet bescherming klokkenluiders (ook) in werking getreden voor middelgrote werkgevers
De Wet bescherming klokkenluiders die al in werking is getreden op 18 februari 2023 voor grote werkgevers (ten minste 250 werknemers) is op 17 december 2023 verruimd met de middelgrote werkgevers. Vanaf die datum geldt de wet voor alle werkgevers met 50 of meer werknemers in zowel de publieke als de private sector.
Versoberingen 30%-regeling
De 30%-regeling biedt de mogelijkheid om aan inkomende expats gedurende vijf jaar 30% van het loon onbelast uit te betalen. Allereerst wordt de 30%-regeling gemaximeerd tot het bezoldigingsmaximum uit de Wet normering topinkomens (2024: EUR 233.000 bruto). Deze aftopping is van toepassing op expats die vanaf 1 januari 2023 gebruik maken van de 30%-regeling. Voor expats die al in 2022 onder de 30%-regeling vielen, geldt een overgangsregeling. Zij krijgen pas in 2026 met de aftopping te maken.
Verder wordt de 30%-regeling stapsgewijs afgebouwd. Vanaf 1 januari 2024 geldt de eerste 20 maanden een vrijstelling van 30% van het loon, voor de daaropvolgende 20 maanden geldt een vrijstelling van 20% en gedurende de laatste 20 maanden geldt een vrijstelling van 10%. Voor expats die al in 2023 onder de 30%-regeling vallen, geldt overgangsrecht. De afbouwregeling is niet op hen van toepassing.
Bij de behandeling van afbouwregeling in de Eerste Kamer is een motie aangenomen met betrekking tot de 30%-regeling. De indieners verzoeken de regering om de evaluatie van de 30%-regeling naar voren te halen en op basis daarvan in het Belastingplan 2025 met een alternatief te komen dat minder schadelijk uitpakt voor de economie. Het valt dus niet uit te sluiten dat de afbouw van de 30%-regeling alsnog wordt teruggedraaid en/of vervangen door een minder vergaande versobering.
Modelovereenkomsten gebaseerd op vrije vervanging ingetrokken
De Hoge Raad oordeelde in het Deliveroo-arrest van 24 maart 2023 dat de Deliveroo-bezorgers werknemers (en geen zzp’ers) zijn. De vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst hangt volgens de Hoge Raad af van alle omstandigheden van het geval. De verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren is één van de elementen die van belang kunnen zijn bij de beoordeling van de arbeidsrelatie, maar niet doorslaggevend. Dat betekent dat de modelovereenkomsten die zijn gebaseerd op vrije vervanging, niet langer bruikbaar zijn. Daarom trekt de Belastingdienst de goedkeuring van deze modelovereenkomsten in per 1 januari 2024. Partijen die werken met deze overeenkomst krijgen tot die datum de tijd om hun relatie opnieuw te beoordelen. Meer informatie is te vinden in het nieuwsbericht van de Belastingdienst van 14 augustus 2023.
Vervallen STAP-budget, tijdelijke verruiming SLIM-regeling
Het STAP-budget (Stimulans arbeidsmarktpositie) is een vergoeding voor scholing en ontwikkeling van EUR 1.000 per persoon per jaar. Het kabinet heeft besloten het STAP-budget te beëindigen. Vanaf 2024 worden hier geen middelen meer voor vrijgemaakt.
Er is nog een bedrag van EUR 147 miljoen over uit de middelen voor het STAP-budget van 2023. Van dit bedrag wordt EUR 73,7 miljoen aangewend om de SLIM-regeling (Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen) tijdelijk te verhogen in de periode 2024-2027.
Toetredingsleeftijd pensioenregeling van 21 naar 18 jaar
Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen wordt per 1 januari 2024 de toetredingsleeftijd voor pensioenopbouw verlaagd van 21 naar 18 jaar. Pensioenregelingen die nog uitgaan van een toetredingsleeftijd van 21 jaar, moeten dus worden aangepast.
AOW-leeftijd ongewijzigd in 2029
Voor de jaren 2024 t/m 2027 is de AOW-leeftijd 67 jaar en in 2028 is deze 67 jaar en drie maanden. Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) heeft bekendgemaakt dat de AOW-leeftijd in 2029 ongewijzigd blijft op 67 jaar en drie maanden. Voor meer informatie, zie website Rijksoverheid.
Indexaties
Enkele belangrijke indexaties:
- Verhoging maximum transitievergoeding
De maximale transitievergoeding in 2024 bedraagt EUR 94.000 bruto (2023: EUR 89.000 bruto) of maximaal één jaarsalaris als het loon hoger is dan dat bedrag.
- Verhoging WNT-bezoldigingsmaxima
Voor 2024 is het algemene bezoldigingsmaximum uit de Wet Normering Topinkomens (WNT) vastgesteld op EUR 233.000 bruto (2023: EUR 223.000 bruto). De WNT maximeert de bezoldiging van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Voor de sectoren onderwijs, cultuur, media, woningcorporaties, zorg en ontwikkelingssamenwerking zijn verlaagde maxima vastgesteld. Voor zorgverzekeraars geldt een verhoogd maximum. Hier vind je een overzicht van de bezoldigingsmaxima WNT voor 2024. Ook de nieuwe Uitvoeringsregeling WNT 2024 en Beleidsregels WNT 2024 zijn inmiddels gepubliceerd. De Beleidsregels WNT 2024 zijn inhoudelijk niet gewijzigd. De nieuwe Uitvoeringsregels WNT 2024 zijn op enkele punten aangepast. Zo is de omschrijving van een aantal bezoldigingscomponenten verduidelijkt naar aanleiding van ontwikkelingen op het vlak van modernisering en flexibilisering van arbeidsvoorwaarden.
- Onbelaste thuiswerkvergoeding
De onbelaste thuiswerkvergoeding wordt verhoogd naar maximaal EUR 2,35 per dag in 2024 (2023: EUR 2,15).
- Onbelaste reiskostenvergoeding
De onbelaste reiskostenvergoeding wordt verhoogd naar maximaal EUR 0,23 per kilometer in 2024 (2023: EUR 0,21).
- Vrije ruimte werkkostenregeling
De tijdelijke verhoging van de vrije ruimte in de werkkostenregeling vervalt. Vanaf 2024 bedraagt de vrije ruimte voor de loonsom tot en met EUR 400.000: 1,92% (2023: 3%). Voor zover de loonsom meer is dan EUR 400.000, is de vrije ruimte ongewijzigd gebleven op 1,18%.
- Maximum pensioengevend loon
Het maximum pensioengevend loon per 1 januari 2024 is voorlopig vastgesteld op EUR 137.800 bruto (2023: EUR 128.810 bruto). Voor meer informatie, zie website Belastingdienst. De definitieve vaststelling moet nog worden gepubliceerd.