
Verborgen gebrek bij een gekocht paard
Vóór de koop van een paard zal de koper proberen om zoveel mogelijk informatie over het paard in te winnen. Hoe gedraagt het paard zich op stal, op de trailer of bij de hoefsmid? Op welk niveau is het paard opgeleid? Wat is de afkomst, de leeftijd en de medische geschiedenis, hoe gedraagt het paard zich in de stal, bij andere paarden, tijdens een buitenrit en op de wei?
Als koper wil je van tevoren zoveel mogelijk informatie inwinnen. Maar eigenlijk heb je in zekere mate ook de plicht om dit te doen. Toch kan het gebeuren dat na de koop blijkt dat er iets mis is met het paard. Als je als koper dit voor de overdracht niet had kunnen ontdekken, dan is er waarschijnlijk sprake van een “verborgen gebrek”.
Om te kunnen spreken van een verborgen gebrek is het nodig om aan te kunnen tonen dat gebrek al vóór verkoop aanwezig was. Dit is vaak moeilijk te achterhalen, zelfs voor een dierenarts. Een paard behoort immer tot de zogenaamde ‘levende have’ en daarom bestaat altijd het risico dat er iets aan het gedrag of de gezondheid van het paard verandert, zonder dat een verkoper dit kon weten of hier invloed op heeft gehad.
Als je als particulier het paard hebt gekocht van een bedrijf (handelsstal, fokkerij e.d.) dan geniet je als koper extra bescherming, door het zgn. Consumentenrecht (zie Consumentenkooprecht). In het geval dat het gebrek zich binnen zes maanden na aankoop voordoet en je er als koper geen gekke dingen mee hebt gedaan en het paard bij jou geen blessure heeft opgelopen, dan wordt vermoed dat het paard al bij de verkoop niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, ongeacht de omstandigheid dat het gebrek zich wellicht pas na aankoop heeft gemanifesteerd. In dit geval is de verkoper aansprakelijk voor het gebrek.
Ook in andere gevallen kan de verkoper aansprakelijk zijn. Het is dan mogelijk om de koopovereenkomst te ontbinden of zelfs te vernietigen. Het paard moet door de verkoper worden teruggenomen en de koopprijs moet terugbetaald worden inclusief eventuele méérkosten. De wetgever heeft hier strikte voorwaarden aan verbonden. Is aan deze voorwaarden niet voldaan, dan geldt de ontbinding of vernietiging niet en blijft de overeenkomst in stand. Er bestaat dan geen recht op schadevergoeding. Het is dus zaak om deze wetgeving goed in acht te nemen. Onze hippisch recht-specialisten kunnen u hierin adviseren, maar wacht niet te lang!
Het komt regelmatig voor dat je als koper van een paard direct of binnen enkele maanden merkt dat sprake is van (terugkerende) kreupelheid, ziekte of ander gebrek. Hoe anders is het paard als deze eenmaal bij jou op stal staat, terwijl er bij het voor- of proefrijden ogenschijnlijk niets aan de hand was.
Belangrijk is dat je na het gebrek meteen contact opneemt met de verkoper. Bedenk daarbij dat je geen ‘oneindige’ garantie hebt op een gekocht paard. De garantietermijn is afhankelijk wie in welke hoedanigheid het paard aan jou verkocht heeft. Is het paard (al dan niet via een tussenpersoon) gekocht van iemand die bedrijfsmatig handelt, dan is sprake van consumentenrecht en is de garantietermijn 6 maanden. Let op: Het komt steeds vaker voor dat de bedrijfsmatige verkoper onder het consumentenrecht uit wil komen, door het paard op naam van iemand anders te zetten, die het dan schijnbaar als particulier verkoopt. Vraag altijd naar het verkoopcontract om te zien of sprake is van een consumenten- of particuliere koop.
De verkoper dient daarbij te bewijzen dat het gebrek niet aanwezig was ten tijde van de verkoop. Is het paard gekocht van een particulier dan dien je het gebrek binnen 2 maanden te melden bij de verkoper en moet je zelf het bewijs leveren. Als bij (na)keuring door een dierenarts kán worden vastgesteld dat dit gebrek al bestond bij verkoop, dan is sprake van een verborgen gebrek. De verkoper heeft hierover bij verkoop namelijk niets medegedeeld. Wist hij dat wel, dan is zelfs sprake van dwaling en bedrog. Afhankelijk van de situatie dient de verkoper het paard terug te nemen onder terugbetaling van de koopsom en (eventueel) de kosten die gemaakt zijn voor o.a. medische verzorging.
Verborgen gebrek bij een verkocht paard
Het zal je maar gebeuren en als verkoper sta je wellicht sip te kijken indien je wordt geconfronteerd met een boze koper die vanwege een ‘verborgen’ gebrek eist dat je het paard terugneemt, de koopprijs terugbetaalt en jou ook nog eens aansprakelijk stelt voor allerlei méérkosten, zoals voor stalling, voer en medische verzorging. Als verkoper denk je een gezond paard verkocht te hebben, maar wordt nu geconfronteerd met een claim van de koper vanwege een gesteld gebrek. Hoe zit dat juridisch?
Moet je instemmen met ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopsom? Moet je als verkoper ook nog een schadevergoeding aan de koper betalen?
Paard is een ‘zaak’
Een paard is een levend wezen met een eigen karakter. Tussen paard en mens bestaat dan ook vaak een emotionele band. In de wet gelden echter geen speciale regels voor paarden op het gebied van verborgen gebreken. Voor de wet is een paard een ‘zaak’ en juridisch vergelijkbaar met dode voorwerpen als een auto of fiets. In de wet is het ‘verborgen gebrek’ met name geregeld in artikel 7: 17 BW, welk artikel ook voor de aan- en verkoop van paarden geldt.
Het Burgerlijk Wetboek bepaalt (zie artikel 7: 17) het volgende over verborgen gebreken:
De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden.
Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. De koper kan zich er niet op beroepen dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt wanneer hem dit ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn. Simpeler gezegd: het gekochte paard moet voldoen een de redelijke verwachtingen van koper. Koper mag verwachten dat het paard ‘normaal’ als paard kan worden gebruikt. Als koper een bijzonder gebruik van het paard verwacht (zoals dressuur, springen, drafsport, om mee te fokken) dan moet koper dat ook duidelijk aan verkoper kenbaar hebben gemaakt voorafgaande aan het sluiten van de koopovereenkomst.
Wanneer is er sprake van een gebrek?
Als het paard niet geschikt blijkt te zijn voor normaal gebruik, of het kenbaar gemaakte bijzondere gebruik, heeft het paard in juridische zin een ‘gebrek’.
Maar de wet gaat er ook vanuit dat de koper niet zomaar tot koop dient over te gaan, maar het paard eerst onderzoekt, of laat onderzoeken. Dat duidt op de zogeheten ‘onderzoeksplicht’.
Verborgen gebrek en onderzoeksplicht
Het zal duidelijk zijn dat er geen sprake is van een ‘verborgen’ gebrek als het gebrek al bij het aangaan van de koopovereenkomst zichtbaar of merkbaar was. Als de gebrek al te constateren was bij het aangaan van de koopovereenkomst en koper toch over gaat tot aankoop van het paard dan accepteert de koper het paard zoals deze is, inclusief het gebrek. Feitelijk zal de koper in dat geval al ‘gecompenseerd’ zijn door de lagere koopprijs. Ook gebreken die niet direct waar te nemen zijn kunnen voor risico van de koper van het paard komen.
Zoals gezegd heeft de koper een onderzoeksplicht. Die onderzoeksplicht kan verder gaan dan het visueel nagaan of het paard wat mankeert. Met name als het paard aangeschaft wordt voor een bijzonder doel (zoals wedstrijdsport in dressuur of springen) mag van de koper verwacht worden dat hij het paard door een gespecialiseerd dierenarts klinisch en/of röntgenologisch laat onderzoeken.
Overigens zal verkoper de koper in het algemeen niet kunnen verwijten onvoldoende onderzoek te hebben gedaan als verkoper bepaalde eigenschappen van het paard heeft toegezegd of gegarandeerd. Let op: van een dergelijke toezegging of garantie is geen sprake als verkoper het paard in algemene bewoordingen heeft aangeprezen, bijvoorbeeld met de woorden: ‘prima paardje’.
Mededelingsplicht
Bij het zojuist gezegde is het echter van belang dat de verkoper een zogenaamde ‘mededelingsplicht’ heeft. Indien de verkoper op de hoogte is van een gebrek aan het paard dient hij dat aan koper mede te delen. Doet hij dat niet, dan is verkoper in beginsel aansprakelijk voor de schade die koper vanwege het verborgen gebrek lijdt. Van belang is verder dat de mededelingsplicht prevaleert boven de onderzoeksplicht. Dit betekent dat een verkoper die zijn mededelingsplicht niet nakomt niet onder zijn aansprakelijkheid uit kan komen door te stellen dat koper zijn onderzoeksplicht niet goed is nagekomen.
Gebrek moet al bij levering aanwezig zijn geweest
Een gebrek dat ontstaat nadat het paard is overgedragen aan de koper zal – uitzonderingen daargelaten – voor rekening van de koper zijn. Het gebrek kan immers zijn ontstaan door een slechte behandeling van het paard door de koper. Het gaat er dus om wat de toestaand van het paard was bij levering. Ofwel had het paard bij levering een gebrek? Of het paard reeds bij levering een gebrek had is niet altijd eenvoudig vast te stellen. Regelmatig is daar een (uitgebreid) veterinair onderzoek voor nodig uitgevoerd door een gespecialiseerd dierenarts. Het is zaak dat de koper die geconfronteerd wordt met een gebrek aan het paard het onderzoek naar het gebrek zo snel mogelijk laat verrichten omdat dan de vraag ‘bestond het gebrek al voor de overdracht van het paard’ gemakkelijker te beantwoorden is.
Paard gekocht via handelaar of particulier
De koper van een paard moet dus bewijzen dat het gebrek al bij levering van het paard aanwezig was. Als de koper een consument is en de verkoper een professionele paardenverkoper ( bijvoorbeeld een manege of paardenhandelaar ) helpt de wet de koper. In de wet is namelijk bepaald dat wanneer een zaak ( dus ook een paard ) binnen 12 maanden een gebrek heeft, de verkoper moet bewijzen dat dat het geleverde paard wél goed was bij levering. Er is in dergelijke
kwesties dus sprake van omkering van de bewijslast. Let op: Bij een koopovereenkomst tussen twee particulieren of twee professionele partijen geldt de omkering van de bewijslast niet.
Klachtplicht
Op grond van de wet ( artikel 7: 23 BW ) dient een koper die een gebrek aan het geleverde paard constateert (of had kunnen constateren) binnen ‘bekwame tijd’ het gebrek te melden aan de verkoper. Wat onder ‘bekwame tijd’ moet worden verstaan is niet altijd duidelijk. Als een consument koopt van een handelaar is een klacht binnen 2 maanden na ontdekking in ieder geval tijdig. Maar wij adviseren de klacht per direct, of in ieder geval zo spoedig mogelijk na ontdekking van het gebrek, te melden, liefst via een aangetekend schrijven.
Naar de rechter
Als verkoper naar aanleiding van de klacht van de koper niet bereid is het paard terug te nemen of koper schadeloos te stellen zal koper zich afvragen of hij de zaak zal voorleggen aan de rechter. Koper zal daarbij zijn juridische kansen afwegen en daarbij de mogelijke kosten en opbrengsten van een procedure betrekken. Bij de beslissing ‘al dan niet procederen?’ speelt geld niet altijd de belangrijkste rol. Ook emotie en rechtvaardigheid spelen vaak een belangrijke rol.
Als je besluit de zaak voor de rechter te brengen, dient dat plaats te vinden binnen uiterlijk twee jaar na de hiervoor bedoelde klacht. Deze termijn kan eventueel worden ‘gestuit’ door een schriftelijke mededeling van koper aan verkoper. Door het stuiten zal de termijn van twee jaar telkens opnieuw gaan lopen. Let op: als de koper zijn zaak niet binnen 2 jaar bij de rechter aanhangig maakt zal zijn vordering zijn ‘verjaard’.
Wat kan de koper vorderen bij de rechter? De koper van een paard met een gebrek kan vorderen dat de koopovereenkomst wordt ontbonden. Indien zijn vordering wordt toegewezen heeft koper recht op terugbetaling van de koopsom en zal het paard terug gaan naar de verkoper.
Niet elk gebrek zal volledige ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen. Als er sprake is van een ‘klein gebrek’ is kans dat de vordering tot ontbinding niet wordt toegewezen, of dat er slechts gedeeltelijke ontbinding kan plaatsvinden. Dat laatste komt er op neer dat de rechter als het ware een ‘korting’ toewijst op de koopsom. De korting dient in verhouding te staan met de ernst van het gebrek.
Dwaling
De koper van een paard met een gebrek kan ook vorderen dat de koopovereenkomst op grond van ‘dwaling’ wordt vernietigd. Van dwaling is sprake indien koper, en eventueel ook de verkoper, bij het sluiten van de koopovereenkomst een verkeerde voorstelling van zaken had. Een beroep op dwaling zal echter niet slagen als koper onvoldoende zijn onderzoeksplicht is nagekomen. Als verkoper zijn mededelingsplicht niet is nagekomen is een beroep op dwaling wel weer mogelijk. Bij een geslaagd beroep op dwaling zal de verkoper de koopsom moeten terugbetalen aan koper. Ook is gedeeltelijke vernietiging van de koopovereenkomst op grond van dwaling denkbaar met een gedeeltelijke terugbetaling van de koopsom.
Schade vorderen
Bij de rechter kan naast ontbinding of vernietiging van de koopovereenkomst ook schade worden gevorderd. Denk daarbij aan kosten voor stalling en voeding van het paard, maar ook aan onderzoekskosten en eventuele juridische kosten.
Maar, niet alles is zoals het lijkt en ook de dierenarts kan een verkeerde diagnose stellen. Een gebrek kan ook na verkoop veroorzaakt zijn door andere oorzaken, zoals een verkeerd gefit zadel, andere trainingsmethoden, overbelasting etc. Wat te denken van de veranderde omgeving voor het paard, waardoor deze uit stress een gedragsverandering laat zien. Daarbij is het vaak lastig voor een dierenarts om aan te tonen (antedateren) dat het gebrek al bestond tijdens de verkoop, zeker als het gebrek zich eerst na maanden aandient. Laat je door ons adviseren.
Non-conformiteit van een paard
Van non-conformiteit van een paard wordt gesproken indien bij de verkoop van een paard, het paard niet die eigenschappen heeft die de koper op grond van de gesloten overeenkomst mocht verwachten. Welke eisen aan een zaak of product of in dit geval het paard gesteld mogen worden door een koper, is afhankelijk van de aard van de zaak, de mededelingen die de verkoper heeft gedaan en hetgeen tussen partijen is besproken. Als een koper bekend is met een gebrek aan een zaak, kan die koper uiteraard geen beroep op non-conformiteit doen.
De verkoper moet leveren wat de koper gekocht heeft. Indien bijvoorbeeld een dekhengst verkocht wordt dan moet die uiteraard vruchtbaar zijn. Er kan o.a. ook gedacht worden aan gebreken zoals kreupelheid, stalgebreken, zomereczeem, enz., Maar non-conformiteit gaat verder dan (verborgen) gebreken. Indien een paard verkocht wordt als springpaard die over 1.60 kan springen, moet deze niet blijven hangen op 1.20. Dat geldt ook als een paard voor recreatief gebruik wordt verkocht aan een beginnende ruiter en het paard valt tijdens een buitenrit niet te beteugelen. Dan is het gewoon niet geschikt voor deze ruiter. Ook dan is sprake van non- conformiteit. Het paard bezit namelijk niet de eigenschappen om gebruikt te worden voor de recreatie, lees de buitenritjes zonder gevaar op te leveren voor de beginnende en onwetende ruiter. In dit geval moet de verkoper het paard (binnen de daarvoor gestelde termijn) worden teruggenomen door de verkoper.
Meestal doet de verkoper moeilijk, als je meldt dat je het paard wilt teruggeven. Vaak beginnen ze over het feit dat je het thuis of op de nieuwe stal verkeerd hebt gedaan, je te snel bent gaan trainen of dat het paard eerst even moet wennen. De meest gehoorde opmerking is toch: “dat heeft hij hier nog nooit gedaan..”. Raadpleeg altijd een juridisch specialist die weet waar hij over praat. Je bent bij Iure Fortis aan het goede adres!